Treintrip dag 8
Vandaag gaan we met de trein richting het binnenland. Van Manakara naar Fianarantsoa. Deze stad is de hoofdstad van de provincie.
S avonds krijgen we voor het eten nog een brieving over de treintrip. De trein is nog niet gearriveerd en dat maakt de gids een beetje zenuwachtig.
We krijgen het advies om wandelschoenen, lange broek , lampje etc mee te nemen of aan te trekken. Oke...uhhh....gaan we dan problemen verwachten. Nee hoor. Het komt wel eens voor dat er soms een
klein stukje gelopen moet worden.
Het is erg vroeg vanochtend. Gisteren nog wat blijven hangen. Ach in de trein kan ik best nog een uurtje pakken. Het is nog een beetje chill. Ontbijt geroosterd stukje stokbrood met ei. En koffie.
Om iets over half zeven staat het hele gezelschap op het station. Snel worden nog wat chips of salto crackers met drinken gehaald bij het lokale winkeltje. Iedereen is op tijd terug om te gaan
inchecken. Al snel schuivelen we richting de controlle. Je hebt een rij voor eerste en tweede klas. Maar de rij van de tweede gaat sneller dan de eerstklas. Patrick de gids, lost het snel op en al
snel lopen we slingerend tussen de mensen naar het perron toe. De trein is er (deze is drie uur vannacht ongeveer aangekomen). Het zijn oude zwitserse treinstellen van de 40 50 jaren. Ervoor zit
een zware diesel loc. Er worden nog wat treinstellen los gekoppeld en dan rond acht uur gaan we dan. Iets vertraging, maar dat is normaal. Niks aan de hand. Het is een flexibel spoorboekje.
Starttijd is bekend maar de eindtijd nog niet. Hangt een beetje hoeveel mensen er op en af gaan en hoeveel goederen. Oke tijd zat, we zien het wel.
We slapen in de buurt van het station dus we hoeven niet ver te rijden met de bus. Na veel keer de hoorn van de trein gehoord te hebben, (later blijkt dat het minimaal drie tot vijf keer gaat, bij
een station. Bij berm station 1 of 2 keer.), zet de trein zich in beweging. Met een gangetjes van ingeveer dertig kilometer per uur, hobelen we van links naar rechts en op en neer. We rijden over
het spoor wat door duitsers tijdens de eerste wereldoorlog is aangelegd. En daarna is er niet veel meer aan gedaan. Al snel bereiken we het eerste station. Hordes mensen staan te wachten en
verkopers die langs de treinstellen wat willen verkopen. In de trein zit ook een man met een stuk of tien half vergane koelboxen met waterijsjes erin. Hij doet goede zaken op de stations.
Bij het eerste conducteurs fluitje stappen we weerin. De rest niet. Waarom de conducteur op zijn fluitje precies fluit is nog een raadsel. Waarschijnlijk omdat hij het leuk vindt.
Na een tijdje gaan we weer rijden. En dan staan we opeens weer stil. Zal wel een halte stop zijn van een minuut. Maar nee dit bleek niet het geval. De koppeling tussen de loc en de wagon is los
geschoten. Opnieuw aankoppelen en gaan met de banaan. We rijden weer een stukje en dan gebeurdt keer op keer het zelfde. Op een gegeven moment staan we in een bocht in het regenwoud. En gebeurd het
weer. Dit wordt een wat langere ongeplande stop. Iemand wordt het bos ingestuurd om een stuk hout te kappen. Met wat handwerk wordt het er tussen gemaakt en we gaan weer. Helaas is dit nog niet de
oplossing. Diverse keren schieten we weer los en worden we weer aangekoppeld. Maar uit eindelijk komen we aan bij het volgende station. Opnieuw reparatie aan de koppeling tussen de loc en de
treinstel. Nieuw stuk hout er tussen, beetje pasmaken en vast maken met dikijzerddraad. De oorzaak van het euvel is dat er hoogte verschil zit tussen de aansluiting met loc en de treinstel van de
tweede klas.
Helaas na ongeveer 100 meter gaat het weer fout. Er wordt nog een tweede poging gedaan en even later stranden we op de brug. Dan maar in zijn achteruit terug naar het station. We zitten dan al in
de middag, en langzaam aan vragen wij ons af hoe laat we op de plek van bestemming aan komen. Eén ding is zeker, we gaan met donker aankomen. Volgens Patrick zal het ongeveer rond de klok van zeven
of acht worden, afhankelijk van de stoptijd bij de stations. En hoeveel goederen er geladen en/of gelost moeten worden. Nu is het zondag, dus de verwachting is dat het mee valt.
Er wordt een platte wagon tussen gezet. Al zijn wij van mening dat het beter zou zijn dat de loc gaat duwen. Maar dat gebeurde niet.
We zitten nu al in de middag, en langzaam aan wordt het ook al wat drukker in de eerste klas. Ze nemen van alles mee. En niet een zakje, maar eerder vier of vijf zak of tas. Levende dieren gaan ook
mee, en al snel horen we een kip achter ons. Vermoedelijk zit die in de tas. Later meer over de kip. Niet dat de mensen de volle mep betalen, maar simpel omdat er geen plaats is meer in de tweede.
Daar staan /zitten ze als sardientjes in een blikje.
Het landschap wisseld zich af en we beginnen ook wat ligt te klimmen. We schieten niet echt op. Geregeld schieten we los en gaan stapvoets. Langzaam aan begint het donker te worden.
Bij een volgend station besluit men dat de treinstel van de tweede klas er uit moet. En dat de mensen maar verdeeld moeten worden over de platte wagen, onze wagon en nog een andere. Snel worden we
naar binnen gedirigeerd anders zijn we onze plekjes kwijt. Een hoop goederen, kinderen en mensen. Bij het smerige toiletje worden de meeste goederen gedumpt. Hier staat ook de kio. We horen hem
nog.....
Ook krijgen we te horen dat twee van de vier motoren kapot zijn. Lekker.
Mensen zitten op hun hurken of op een zak, armleuning of staan. We zitten met twee keer zoveel mensen als eerst. Her en der zijn er wat worden wisselingen, maar verder loopt het rustig. Wij kunnen geen kant meer op. Avond eten is een slokje cola en wat Saltos (tukjes). Niet te veel drinken wat de wc is niet te bereiken als je niet er dicht bij zit of staat. Los of je er uberhaupt op wild. Als de deur open gaat komt er een golf van toilet geur door het treinstel.
Het wordt later en later. Bewegen is lastig. Af en toe wat staan. Kleine kinderen zitten in de verdrukking. En worden door ouderen weg gedrukt. Léon neemt uiteindelijk de jongste op schoot en hij kruipt tegen Léon aan en valt dankbaar in slaap in zijn armen. De gids en ik schuiven ook in. En zetten zijn broertje op de bank leuning. Een big mama maakt van de gelegenheid gebruik en pikt armleuning in. Bewegen wordt nu erg lastig. We hobbelen nog wel maar dat gaat echt niet snel meer. Naast het los schieten, krijgen we een nieuw probleem er bij. De loc raakt over verhit en eens in de zoveel tijd moeten we een half uur stilstaan. We zitten dan in het donker. Het lichaam wil slapen maar dat gaat niet. Het is warm, en het stinkt. En langzaam aan weet je ook echt niet meer hoe je moet zitten. We zitten nu dik meer dan 16 uur in de trein.
Iets voor twaalf hebben we weer een noodgedwongen afkoelingsstop. De verwachte aamkomst tijd is onbekend. We zitten ver achter het delay van het delay schema. We gaat richting het record van de gids. Hij is eens om vier uur snachts aangekomen. En als dit zo door gaan we het record verbreken.
Na de afkoelings periode wordt de loc weer opgestart. We horen hem, maar komen niet vooruit. Rond 1 uur komt iemand langs de treinstellen en verteld dat de trein niet meer gaat. En dat er verder gelopen moet worden. De trein is te zwaar. Hoop gemor en we zien Malagasy met hun spul langs de trein lopen. In onze trein stel zit weinig beweging. We wachten af in de hoop dat er mensen afstappen en dat we later weer verder rijden. Zitten wordt langzaam aan ondoenelijk. Je hebt geen enkel bewegings vrijheid.
Uit eindelijk gaat de gids ook op onderzoek uit. Duurt even voordat hij er uit is. Maar daar neemt het jongentje die eerder op de bank leuning zat handig gebruik van, en gebruikt mij als zijn kussen. Zelf zit je tussen val in slaap en wakker. Slapen lukt niet.
Na een tijdje komt de gids terug. De loc heeft nog een moter verloren en heeft involdoende trekkracht. Hij gaat misschien vanacht nog naar het station, om daar te repareren maar wij kunnen daar niet op mee.
Of we kunnen gaan lopen of tot het licht wordt en dan gaan lopen. We kiezen ervoor om te gaan lopen naar het station en dan zien we wel. Niemand heeft ook geen telefoonbereik, ook de gids niet. Dus
we moeten eigenlijk wel. De kinderen hebben we naast elkaar gezet op de bank en snel kwam moeder aangeklommen. Weet niet of ze boos of dankbaar was. We gaan maar van het laatste uit.
De kip horen we ook nog. Die hadden we eigenlijk wel afgeschreven.
Tussen twee en half drie staan we buiten. Iedereen is blij dat hij uit het stinkhol weg is. Worst case is een loop van 21 km. Maar we weten dat pas als de gids de bus heeft kunnen bellen via een omweg. Op naar het eerste station. Het is pikke donker en je hoort nacht geluiden van dieren om je heen. We stoppen geregeld en vallen eigenlijk direct in een korte slaap als we op de rails zitten.
Op het station is het gelukt om te bellen. We hebben dan al de eerste kilometers er op zitten. Via via gaat men onze chauffeurs bellen om ons op te pikken. Maar helaas moeten we nog vele kilometers afleggen. We lopen met een aantal onze eigen tempo. En die ligt vrij hoog. Niet te vergelijken met de Malagasy, die lopen nog sneller en de meeste op bloten voeten.
Het is erg vermoeiend en een geheel nieuwe ervaring om zo te lopen. De één heeft last van halucinaties, anders slaapt loopt, of compleet niet meer scherp zien. Het is een uitputtingslag voor het
lichaam. Her en der gaan de eerste telefoons af met de wekker. We zijn dan 24 uur in touw. Het is blik op oneindig en lopen maar. Langzaam aan wordt het licht en verdwijnen ook de lichamelijke
problemen.
We bereiken op een gegeven moment een station van Anpitambe. Moe laten we ons zakken op het randje. Door de Malagasy worden we van top tot teen bekeken. Het deerd ons niet. We willen naar het hotel
om te douchen en schone kleren aan te trekken. Deze zien er niet meer uit.
Bus komt maar kan niet komen waar wij zijn nu. Dus we moeten verder door. Het valt nu pas op dat het landschap veranderd is.
Uiteindelijk rond de klok van negen in de ochtend bereiken we de bus. Moe laten we ons op de stoel vallen en vallen in slaap.
Great experience.
dag 4
andasibe
reisdag
nog één week......
Slot Woord Laos, Vietnam, Cambodja + Bangkok
Inmiddels een week terug in Nederland. Tijd om het slot woord te schrijven van deze fantastische reis door Laos, Vietnam en Cambodja. En natuurlijk Bangkok.
Drie landen in drie weken is eigenlijk te veel van het goede geweest. Zeker als je alles wil meepakken wat er te zien valt is het erg vermoeiend, maar ik had het niet willen missen. Het verbaasde mij dat elk land zo zijn charmes had, en dat de oorlog de enige echte duidelijke overeenkomst was. Dit heeft in de drie landen diepe sporen achter gelaten.
Laos is een betoverend land, wat nog vrij puur is om te bezoeken. De mekong rivier heeft iets mystieks. Ideaal om even bij te komen van de vliegreis.
Luang Prabang is een fantastische stad met schitterende gebouwen en markten. Met name de Phu Si-tempel op de berg is zeker de moeite waard. Een tip is om niet de zelfde weg terug te gaan maar via de andere kant. Daar kom je meer tempels en Boeddha's tegen. Met uiteindelijk een schitterende Tempel. Ook de Wat Xieng Thong tempel is adembenemend. Schitterende mozaïek, wat schittert in de zon.
Aan de Mekong rivier kan je prachtig de zon achter de bergen zien weg zakken, wat natuurlijk mooie plaatjes heeft opgeleverd.
Vientianne is een prachtige stad, alleen erg jammer dat we hier maar zo kort gebleven zijn. Ik had hier graag nog een dagje langer willen blijven.
Oud en nieuw was bijzonder. We verbleven in Savanna Khet op de doorreis naar Vietnam. Een klein stadje. De meeste lokalen hadden zich verzameld op het plaatselijke bus terminal. Bijzonder om de lokale dans te zien. Heel rustig en ingetogen. Na 12 uur werd het wat losser en hebben wij maar de polonaise geïntroduceerd. Ben benieuwd of ze die volgend jaar ook doen.
Van Vietnam heb ik te weinig gezien. Hier ga ik zeker nog een keer naar terug om van boven naar beneden te trekken. Ho Chi Minh city is een heerlijke stad. Schitterend om binnen je snel aan te passen om tussen de honderden scooters de weg over te steken, en natuurlijk om middels de tuk-tuk de stad te verkennen. Het uitzicht van de Bitexco Financial Tower is schitterend. Het geeft een kick om zo over de stad te kijken, helaas kan het niet op tegen de Banyan Tree Bar op de 65ste verdieping in Bangkok.
Vlak bij Da Nang ligt de Marble Mountains. Deze zijn zeker het bezoeken waard. Schitterende beelden en mooi uitzicht over de stad Da Nang. Ik ben benieuwd of het de Vietnamese het lukt om van Da Nang een nieuw strand vakantie paradijs te maken. De hotels en bungalows zijn er, nu de gasten nog.
Een bezoek aan het museum van Oorlogsherinneringen was indrukwekkend. Zeker om te zien wat de gevolgen waren van 'agent orange'. Ook de foto's die zijn genomen tijdens de oorlog door Amerikanen en andere buitenlandse journalisten liegen er niet om.
Bij het paleis van de Hereniging loont het de moeite om de kelders in te gaan. Het is of daar de tijd heeft stil gestaan. Veel toeristen slaan dit over, dus je kan hier op je gemak wandelen.
Cambodja heeft een bijzondere indruk op mij gemaakt, door twee uitersten. De ene uiterste in Angkor Wat tempel complexen met name Bayon tempel. Dit hoort naar mijn mening tot de zeven wereldwonderen.
Ook al was het twee keer erg vroeg het bed uit om de zons opkomst te kunnen zien en vast te leggen, maar ik zou het zo weer doen. Zeker de tweede keer was het 's ochtends vroeg heerlijk rustig.
De andere tegenstelling was de Killing Fields in Phonm Penh, ook al heb je de film gezien en de docu, toch wordt je op een manier bevangen wat hier gebeurd is. De sporen van kleding, botten en tanden versterken dit alleen maar. Een bezoek hierna aan het Tuol Sleng Museum maken dit beeld van de gruwelijkheden compleet.
Als laatste Bangkok. Een must see is de Grand Palace. Zoveel magnifieke gebouwen met pracht en praal maar ook de wand beschilderingen zijn fantastisch. Zo in detail uitgewerkt is prachtig om te zien.
Al met al een ervaring rijker. En heel wat moois gezien. Nog nooit zoveel te maken gehad met vreemde valuta als nu..... en natuurlijk elke keer aanpassen als we in een nieuwe stad kwamen. Waar zitten de goede restaurantjes, wat is er te zien en hoeveel tijd hebben we om dit allemaal te kunnen zien. En natuurlijk hoe baan ik me zelf door het verkeer.
Het is een reis die zeker aan te bevelen is, maar ga hier wel uitgerust op reis voor.
Dank aan Léon met wie ik wederom deze mooie reis heb mogen beleven, en natuurlijk onze gids daar te plaatsen 'Wan' Supattra Chaichumpoo.
Op naar volgende verre reis van de zomer. Locatie nog onbekend.
Groet Joep
ankhor wat Siem Reap
Angkor Temples
Vandaag het hoogte punt van de reis.
Op naar de Angkor Temples. 5 uur wake up call en kwart over 5 buiten. We gaan de zonsopkomst zien in Angkor Wat. Daar aangekomen zijn we niet de enige. Veel japanners, koreanen en andere buitenlanders. Het is lastig om een goed plekje te zoeken.
Helaas is de lucht niet helemaal helder en heeft eigenlijk niemand de foto gescoord waar hij van hoopte. Snel het onbijt naar binnen werken en dan naar de andere tempels bekijken. De tempels met de gezichten vond ik het mooiste.
Bij een andere tempel, van de hindoeisme, had het veel weg wat we gezien hebben in Nepal, bij Bakthapur. Heel erg detail uitgevoerd.
Heel veel tempel complexen gezien.
Het was ook het de bedoeling dat we de zonsondergang gingen meemaken. Maar helaas wat het bewolkt.
Afhankelijk van de weersverwachting gaan we morgen weer.
Kort verslag je, maar zijn net terug. Even douche zo en dan de stad in.