joeps travel.reismee.nl

Amman en de dode zee

Amman

Jordanië, een land die al langer op het lijstje staat, en nou ontdekt kan worden.

Correctie; zoals ik in het vorige verslagje had gezet dat Ceaser en Cleopatra hier zijn geweest is dat toch niet helemaal zeker. Ceasar dikke kans met de romeinse werken. Wellicht dat gezellige Erika Terpstra er naast zat.

Maar goed. Aan het begin van de avond vliegen we via Rome naar Amman om te landen in de vroege ochtend. Amman airport kolossaal. Heel veel marmer. We worden opgewacht door iemand van de reisleiding. Die onze paspoorten inneemt om deze collectief te stempelen. En wij door fe douane zonder paspoort naar de tassen. Deze lagen al keurig op de band te draaien. Buiten staat onze gids van deze week al te wachten en krijgen ook onze paspoort weer terug. Op naar het hotel, waar we rond half vier aankomen. Morgen om negen uur weer in de bus.

Even nog paar uurtjes slaap proberen te pakken.
Zz..... en het gebed wordt aangevangen. Dan maar op de andere kant. Zzzzz.

Een mooi ontbijt buffet staat voor ons klaar. Vandaag diverse items op het programma. Met de bus eerst naar Jerash. Waar de romeinse tempels en theater te zien zijn, wat er van over is dan of wel niet hergebruikt is in die tijd voor andere goden en Grieken. Want hiervan zijn ook invloeden van te zien. Onze gids verteld uitgebreid hierover. En zekers verdienen ze respect hoe ze die bouwwerken destijds gebouwd hebben en al staan er nu nog maar een aantal zuilen, dat die ook nog staan.

Daarna, op weg naar de dode zee. Diepste punt van de wereld (-410 meter). Na een lange weg naar beneden zijn we er. Snel daar de lunch naar binnen gewerkt om kleden en " dobbere" maar. Aan de overkant is Bethlehem en jareuzelahem te zien. Althans je ziet vaag iets maar later als we terug rijden is Israël beter te zien.

Het is een apart gevoel. En ja je blijft echt drijvel. En met een beetje sturing lukt het ook om als een dobber rechtop te staan in het water. Het water is echt heel zout. Heel begrijpelijk dat er niks leeft op een paar bacteriën na dan. Maar verder verbaasd het mij wel weer dat je ook geen enkele boot(je) ziet.

Nog even nagespoelt in het zwembad opdrogen en dan gaan we weer.

In de bus even tukken en snel rijden we Amman weer binnen. We bezoeken de c
Oude citadel van Amman. Zonnetje begint al rustig te zakken en hebben een mooi uitzicht over een gedeelte van de stad. Daarna bus in en lopen we nog doir de oude stad van Amman. Veel goud winkeltjes en veel bling bling.
Met de taxi terug naar het hotel om in de buurt een falaffel te eten voor een euro.

In het hotel hebben ze ook nog een zwembad op het dak. Maar helaas die is leeg en de bar? Is donker. Dan maar in de lobby een biertje drinken. Heerlijk na zo'n zon overgoten dag.

Morgen naar Petra toe met diverse stops onderweg.

Voor nu oogjes dicht, snaveltjes toe zoals Meneer de Uil zegt

Midden Oosten, in de voetsporen van ....

Het is bijna weer zover. Na een lange winter in Nederland, eindelijk naar de zon. Al mogen we op dit moment ook niet klagen. Maar ja, dat weet je ook niet van te voren als je gaat boeken.

Dit keer een heel ander werelddeel.

Velen mensen zijn er al geweest. De plek waar Ceasar en Cleopatra ook zijn geweest. Andere zeggen wel "de plek waar natuur en mens zo mooi hebben samengewerkt".

Diverse films zijn er op genomen, rijke historie, belangrijke plekken voor verschillende godsdiensten.

Ingeklemd tussen een aantal groot machten in een onrustig gebied.

Ik ben reuze benieuwd en heb er veel zin in.

Ik zal proberen zo goed als mogelijk is jullie op de hoogte te houden.

Groet Joep

Nyaungshwe

Nyaungshwe

Het is toch nog laat geworden gisteren. Met mijn buurtjes nog een borrel gedronken op het terras/aanloopsteiger. Dan wordt het toch onverwacht laat. Maar ondanks de dunne wandjes en dat je boven water slaapt, goed geslapen en een lekkere warme douche gehad. Het is heerlijk om je slaapkamer deur open te zetten en dan de warme ochtend stralen te mogen ontvangen. Het zal ongetwijfeld een mooie zonsopkomst geweest zijn, met de ochtend mist boven de drijvende tuinen en het water, maar het was mij even te vroeg.

Snel een ontbijtje gepakt (jaja ze hadden zelfs kaas - cheddar kaas in vieren gesneden - haha), en de spullen gepakt om weer met de boot naar vaste land te gaan.

We varen terug naar Nyaungshwe, waar we twee nachten blijven, voordat we terug vliegen naar Yangon. We hebben een goed hotel. Net aan de rand van het stadje. Ruime kamers.

Samen met Mark, John, Peter, Annet en Wai-yee, besluiten we een rustige dag van te maken om morgen weer actief te gaan doen.
Na de dagelijkse cola te hebben gedronken op de veranda, zijn we het stadje ingetrokken. Toen we aan kwamen hebben we al een leuk (duur) uitziende restaurant/bar ontdekt waar waarschijnlijk wel goede koffie of cappuccino te verkrijgen zal zijn. Na wat omzwervingen planten wij ons op de eerste verdieping van het Viewpoint restaurant. Annet en ik besluiten ons zelf maar te trakteren op een goed glas witte wijn, wat past bij de omgeving. En bestel een Shan noedel soep. Héééérlijk. De koffie was wat minder, helaas.

We struinen nog de lokale markt over en gaan daarna terug naar het hotel voor een drankje op de veranda. 's avonds eten we bij de Italiaan, eens een keer wat anders dan rijst. Ze hebben zelf gemaakte pasta en zelfs een pizza oven. Beide smaken ons prima en zijn zeker aan te raden (Golden Kite restaurant).

--

Iets later dan gepland vertrekken we vanuit het hotel om fietsen te huren voor de dag. We maken een fietstocht langs het meer (via de hot springs) om daarna het meer over te steken en terug te fietsen.
Al snel fietsen we over een rots achtige zandpad. En op semi chinese fietsen (iets hogere fietsen dan de vorige keer), is het zwaar trappen. Maar de omgeving is mooi en fietsen relax door. Bij de Hot spring besluiten we te stoppen. Onze gids zij dat het 's middags niet al te schoon meer is en dat het wel eens tegenvalt. We hebben de zwemspullen niet mee genomen. Maar het blijkt reuze mee te vallen. Je hebt een mannen en een vrouwen afdeling, maar ook prive zwembaden, waar je dus wel met vrouwen en mannen mag komen. Als we dat hadden geweten, hadden we even genoten, maar helaas. Buiten bij de hotsprings worden we al opgewacht door mensen die ons al te graag naar de andere kant willen brengen. We maken hier geen gerbuik van en fietsen nog een stuk door. Bij het dorpje pakken we de oversteek. Na wat onderhandelen kunnen we met z'n zessen en onze fietsen over. De schipper moet eerst zijn peddel thuis ophalen en lopen daarna tussen de velden en de huizen op palen naar zijn boot toe. De zitjes eruit en inladen maar.
Een mooie overtocht, en doordat we niet op een zitje zitten, maar op de bodem zit je net boven het water, wat een fantastisch uit zicht geeft. Eerst door smalle slootjes om daarna op het meer te komen.

Aan de andere kant fietsen we rustig terug naar de stad, tussen de wuivende suikerriet velden. We zien hier ook de eerste trekker. In heel de reis nog niet eerder gezien.
We stoppen bij een suikriet verwerker. Met handgebaren proberen we uit te leggen dat we willen kijken hoe het gaat, en al snel krijgen we een vriendelijke lach van de mensen en mogen we kijken. Fantastisch om te zien hoe het gaat. Eerst wordt het sap uit de stengels geperst, die daarna in de zon te drogen worden gelegd om later als brandstof te dienen voor de ketels. Het sap komt in verscheidende ketels (5 - 6 op een rij) waar de sap wordt in gekookt. Uit de laatste ketel wordt het siroop geschept en in vaten gedaan.

De volgende stop is bij de wijnmakerij Red Mountain Estate. Je kan hier ook een proeverij doen. Alleen vergeet men wel dat bij iedere nieuwe wijn ook een nieuw schoon glas hoort. Je krijgt de wijn elke keer in het zelfde glas. Maar ach dat mag de pret niet drukken.

Terug in de stad, tijd voor de borrel en een potje kaarten. Na het eten belanden we, vlakbij het hotel, in een houten keetje wat een koffie tentje is. En jawel prima koffie. Beter dan in het Viewpoint.
En de groep wordt steeds groter. Iedereen komt terug van zijn eten en hoort ons lachen en schuift aan. Het past allemaal net in het tentje. Als we besluiten dat we nog een drankje nemen mag eindelijk twee deuren dicht. Het is behoorlijk fris, zeg maar koud.

En dan wordt het echt tijd om de tas weer een beetje op orde te krijgen. Morgen vliegen we terug via Heho naar Yangon om daar onze laatste nacht in Myanmar/Birma te hebben. Helaas zit het er dan weer op.

Inle Lake

Inle Lake

We zijn rond elf uur in het plaatsje Nyaungshwe. Dit is het opstart stadje voor bijna alle toeristen die Inle Lake gaan bezoeken. We stappen over op smal long bootje (5 personen) met onze bagage en varen, via het kanaal, het meer op. Een hele andere omgeving dan we de afgelopen dagen hebben gezeten.
Op het meer worden we direct verwelkomt door een aantal beenroeiers. Of dit voor de toeristen is, is niet helemaal duidelijk. Maar in ieder geval een leuk gezicht. Later zien we er nog meer, maar die zwaaien en lachen minder enthousiast, en zijn bezig met vissen op het puntje van hun bootje.

Ze houden de pedden geklemd bij de enkel en onder de oksel met hun bovenarm. Waarbij ze een roerende beweging maken met hun been. Zo hebben ze hun handen vrij om het vis net of vis korf op of neer te laten. Maar wat ik echt knap vind is dat dit alles gebeurd op het puntje van de boot balancerend op één been. Ik kan ze het niet nadoen.

Het meer is niet heel diep. En op sommige plekken kan je zelfs de bodem zien. In de regentijd stijgt het water met een meter. Een pittig verschil. Het is een prachtige omgeving. Het lijkt niet al te breed, maar door de waterhyacienten en de drijvende akkers lijkt het minder groot en breed.
Een rijke chinees heeft een aantal jaar slakken uitgezet om de waterhyacienten te bestrijden. Dit is mislukt en de slakken zijn uitgegroeid tot een plaag die nu weer met ibissen wordt bestreden. Of dit nu zijn nut heeft wordt of is nog niet helemaal duidelijk.

We slapen op het meer, in een hotel op palen. Na het ontvangst (met muziek, vijfpersonen op een rij die tegen een gond staan te klepperen) en de spullen gedropt te hebben, varen we langs diverse dorpjes, weverij, klooster en de drijvende akkers.

We hebben een goede gids bij ons, die ook goed Engels spreekt. We krijgen veel uitleg over de regio en hoe het vroeger en nu gaat in diverse dingen. Erg interessant om te horen. Dit gebied is een stuk toeristischer dan waar we de afgelopen dagen ons bevonden. We zijn niet het enige bootje die af en toe de nauwe vaarstraatjes bezoeken. Maar ondanks dat is het wel een prachtig gezicht hoe de mensen op het water leven. Er is natuurlijk ook een tempel (op palen) en zelfs een postkantoor.

Als laatste bezoeken we de Nga Hpe Kyaung Monastery (Jumping Cat Monastery). De monniken hebben kat(ten) getraind die door een hoepel kunnen springen, vandaar de naam. Maar dit hebben wij niet gezien. Het scheid wel een belangrijke tempel te zijn doordat diverse oude boedha en diverse stylen van het boedisme hierin verenigd zijn. Maar helaas ben ik nu wel tempel moe geworden en de uitleg van de gids ontgaat mij een beetje. Ik ben niet de enige hierin en al snel is de groep geheel uitgewaaierd.
Bij de diverse markt kraampjes wordt je met de neus op de feiten gedrukt dat je in de toeristische regio zit. En zins de eerste keer hoor je "you buy?". Jammer.

Tegen half vijf varen we terug naar ons drijvende hotel. Langszaam aan begint het ook frisser te worden op het water en de zon begint al langzaam te zakken, wat mooie plaatjes oplevert.

Bij het hotel worden we weer opgewacht door de muziek. Al een flink aantal dagen zitten Annet en Wai-yee te zeggen dat mijn haar veel te lang is, (wat eigenlijk ook zo is, want het zit voor geen meter), en de dames hebben zich voor genomen om mij onder handen te nemen. Het is me gelukt om een aantal dagen te ontsnappen, maar op zo'n drijvend hotel is er geen vluchten meer aan. Op het balkonnetje van de kamer gaat de tondeuse er over. Weer een kort koppie. Volgens de dames niet kort genoeg, maar ik vind van wel. Een hoop afgelachen dat wel. Na kort gewiekst te zijn is het tijd voor een borrel op het terras met in onze rug de ondergaande zon. De geur van Deet vult het terras en de stemming zit er goed in.

Morgen weer naar het vaste land, waar we anderhalve dag vrije tijd hebben.
Maar eerst nog een nachtje slapen op het water. Met tussenwandjes van bamboe vlechtwerk.

een paar dagen in 1 - Kalaw

Een paar dagen in één

En zo komt het voor dat je een paar dagen achterloopt. Het is hier ook zo fasinerend en op één of andere manier wordt je getroffen door de lach van de mensen. Ik voel me weer gelukkig. Een gelukkig mens die blij is dat hij dit mag meemaken. Soms kom je in gebieden dat het zo puur is. Zo weinig toeristen geweest zijn. En dan het geluk, de vriendelijkheid wat de mensen uitstralen en geven dat is lang geleden dat ik dat meegemaakt heb. Na zo'n ellendig jaar doet je dat goed.

Op dit moment zit ik Kalaw. Een niet al te grote plaats in de regio op weg naar het bekende Inle lake.

Onderweg hier naar toe hebben we nog een olifanten project bezocht, wat ook gesponsert wordt door Sawadee. Een mooi opgezet project. Waarbij ze olifanten die jaren lang gewerkt hebben in de bosbouw een tweede huis geven en mogen genieten van hun welverdiende rust. We krijgen uitleg van de eigenaresse en ontmoeten haar oom die vee arts is. Stel een maharadja voor met een grote witte snor. Een markant persoon, die ook in nederland is geweest om olifanten naar de dierentuin in Arnhem te begeleiden.
Ook zijn ze bezig met het herplanten van teakbos. Door jaren lange kap is er weinig over. Het is goed te zien dat zulke projecten van de grond komen.

Na het bezoek aan de olifanten en het voeren van de bananen gaan de olifanten in bad. Heel relax ondergaan ze het ritueel.

In kalaw besluiten we met z'n zessen een aparte trekking te regelen bij Sam's trekking guide. We nemen een tocht die wat meer buiten de gebaande paden ligt die je in een dag kan doen. Als je meer tijd hebt dan is het zeker aan te bevelen om een drie daagse trekking te doen naar het Inle lake.

Na de trekking geregeld te hebben op naar het eten. Het is onafhankelijksdag, niet dat ze er veel aan doen, maar in de restaurants is het wel merkbaar drukker. De mening over het vieren en of ze nu echt onafhankelijk zijn, zijn sterk verdeeld. In ieder geval ze doen er weinig aan. Uiteindelijk belanden we in de enige bar in Birma maar ook de kleinste bar (Hi snack & drink, vlakbij de Aung chan tha zedi stuba die bekleed is met goud en zilver glas mozaik). Ongeveer 3 meter breed en 11 meter diep met een u barretje er in. Een aantal lokale spelen op gitaar en zingen lokale songs. Heerlijk. De rest bestaat uit buitenlanders. De gesprekken, bier of wat anders kan je zo doorgeven aan de andere kant van de bar. Haha.
En als het bier of de run op is wordt er even bij gehaald. Even geduld hebben .... Perfecte sfeer. En iedereen lult met elkaar, zou dat door de losse tong komen?

Op de dag van de trekking duurt het even voordat iedereen goed wakker is. Eerst een uurtje in een busje op een flink eind op weg te komen. We lopen door de bergen. Een stukje op een stukje naar beneden. Over bergkammen en door rode peperveldjes, knoflook, gember, sesamzaad, tarwe en dorre rijst velden. Al die veldjes geven de berg een lappen deken van verschillende kleuren. Her en der bloeien kersen bomen. De wind ritselt aan de thee struiken of blaast door de pine forrest waarbij je het gevoel van Zwitserland in Azië krijgt.

Ook de stammen die daar leven zijn schitterend om te zien. Met hun zwarte lange jurken en hun geruite gedrapeerde theedoeken op hun hoofd. Spelende kinderen. Moeke die de knoflook zit te pellen en in een grote gevlochten bamboe schaal de teentjes in de lucht gooit om het stof en vuil (dat denk ik) weg te laten blazen om vervolgens alle teentjes weer op te vangen in de bamboe schaal.

Een schitterende tocht. Tegen vijf uur zijn we terug in Kalaw. Op frissen en dan toasten op een heerlijke dag.

Morgen naar Inle lake. Naar de beenroeiers. Een stuk toeristischer.

Bagan

Bagan - oud en nieuw

Op naar Bagan, waar meer dan drie duizend tempels en stupa's staan op de vlakte staan. En één van de bekendste fotogenieke gebieden van Myanmar.

Eerst gaan we met een eigen bus naar het busstation van Mandalay. Hier staan kleine busjes tot grote luxe toeringcars. Even wachten maar tot onze bus met gereserveerde plaatsen voorrijd. De expresbus van Mandalay naar Bagan is, wat voor ons een toeringcar is. De bus zit helemaal vol, grotendeels met toeristen. Onderweg worden er nog een aantal mensen opgepikt en die nemen plaats in het gangpad op een plastic peuterkrukje. Even wat slaap inhalen en al snel zijn de ogen dicht.

De rit gaat vlot. Bij de ingang van het bagangebied wordt de staande gehouden en alle buitenlanders moeten de bus uit om een kaartje te kopen. Wij blijven netjes zitten, wat enige verwarring schept. Onze gids haalt de kaartjes namelijk. Op het plaatselijk busstation stappen we over op een andere bus. Hier krijgen we te horen dat we in een ander hotel zitten. We zouden al in een ander hotel zitten dan oorspronkelijk, maar ach het is oud jaar en we zien het wel.

Net buiten nieuw bagan ligt het hotel. Volop wordt er nog gezaagd, gespijkerd en gesmeerd. Het hotel heeft nog geen naam en ook geen wifi(das jammer). Maar verder ziet het er luxe uit en sfeervol. Later blijkt dat het hotel aan het proef draaien is en pas een week open is. Het is ons nog niet geheel duidelijk of het hotel nu gesloopt, geheel nieuw of dat het zwaar gerenoveerd is. Veel is nieuw en ziet er mooi en fraai uit.

We besluiten dan ook maar om bij het zwembad te gaan liggen en te genieten van de omgeving, service en van de lokale rum.

We eten bij de Italiaan/chinees/thai. Duurt een beetje lang maar dat maakt niet zoveel uit. De avond is nog lang.

Er wordt nog wat vuurwerk gescoord bij een lokaal huis en dan gaan we op zoek naar een feest.

We stoppen bij een lokaal restaurant waar de muziek buitenstaat en speeld. Op het terras zit een groep Italianen.

Eerst maar naar binnen om op te warmen. Snel worden er twee lange tafels naar binnen gesjouwd, handig want dan is er buiten meteen ruimte om te dansen. Er gezellig werd het. Ook de lokale deden mee nadat we eerst een hele poos door tig mobieltjes zijn gefimd. Bier en rum cola vond bij iedereen gretig aftrek.

Op nieuwjaarsdag om acht uur de excursie over Bagan. Oef even wakker worden. Het gaat redelijk tot het einde van de excursie. Maar dan begint de warmte en te weinig slaap zijn tol te eisen. Met cola, chips en een banaan redt ik het tot het hotel.

De tempels en de omgeving zijn prachtig. Er zijn in de eerste eeuw werkelijk kunststukjes geplaatst. Helaas wel jammer dat er slecht wordt gerestaureerd. Bij sommige gerestaureerde werken zie je dat de nieuwe bakstenen al afbrokkelen of los komen.

Maar ook positieve dingen. Zo zijn veel tempels aan de binnenzijde wit gekalkt door gelovigen en dat wordt nu weer verwijderd en er komen prachtige muurschilderen te voorschijn. We hebben de Thathy inyu (hoogste tempel), Shwwguggi tempel (goed voor sunset), Anande tempel (mooi boedha beeld als je dichtbij staat boedha heel serieus kijkt en als je tien meter er vanaf staat boedha een lach heeft)., Gubyaukgyi tempel (muur schilderingen), Manuha tempel en de Nan Paya (mooie steenhouwers werk).

In het hotel besluiten we eerst maar eens te relaxen aan het zwembad en een uiltje te knappen. Met de rest afgesproken om tegen drie vier de fiets te pakken en daarna de zonsondergang te gaan bewonderen op één van de tempels. We pakken de fietsen van het hotel. Dit zijn lage chinese nieuwe fietsen in het paars met een mantje. Het Fietst voor geen meter voor lange mensen. Maar we komen vooruit en hebben lol.

Zonsondergang is prachtig mooi. Zeker als de zononder is en het wat rustiger wordt. Geeft de omgeving met al zijn tempels, de oranje gloed, rook van vuurtjes en de avond nevel tussen de bomen en net er boven, een indrukwekkend beeld. Terecht dat Bagan op de wereld erfgoedlijst staan. Daarna op weg naar old Bagan en belanden bij ern restaurant net buiten de stadspoort. Heerlijk lekker eten. Sweet &sour duck.

Daarna terug naar het hotel. Met lampjes op het hoofd lukt het aardig om te fietsen en bezweet komen we weer terug in het hotel. Nog een frisje en dan naar bed, want morgen gaan we de zonsopkomst zien. Oef weer vroeg het bed uit.

Om vijf uur gaat de wekker en we zijn met z'n zessen om half zes op pad. Het is fris en vochtig. We pakken de chinese fietsjes weer en hobbelen zo naar de sunset pagode. Komen mooi op tijd aan en het is niet zo druk gelukkig. Als eerste ontbijt een cakekje.

Het heeft iets mysterieus als je zo uit kijkt over de vlakte met al die tempels en pagodas. Zeker in combinatie met de ochtend nevel. Langzaam ontstaat er een warme oranje gloed aan de horizon, gevolgt door een rode gloed. En ineens zie je de warme vuurbal te voorschijn komen. En dan gaat het snel. De zon klimt in een rap tempo. Het is genieten van de eerste ochtend stralen.

We besluiten rustig aan terug te fietsen naar het hotel voor het ontbijt met croissantjes. Jamie, en een welkome afwisseling voor de toast.

We maken een rustige dag van en al snel liggen we bjj het zwembad. Lunche in het stadje in nieuw bagan.

In de middag gaan we lopend op pad richting de grote rivier. De bedoeling is om met een bootje de rivier op te gaan om daar de zonsondergang te zien, maar het loopt anders. We zitten eigenlijk op zo mooi punt dat we blijven plakken en met een biertje in de hand de zonsondergang bekijken.

Morgen weer op pad naar de shan regio wat grenst aan Thailand, China en Laos.

Fietsen over het platteland

Fietsen over het platteland

Rond half acht vertrekken we van het ene hotel naar het andere hotel om de rest vapn de groep op te pikken. De gids gekleed in een geel wielrenshirt en een wielren broekje lijdt ons door de stad. In kolone op mountainbikes met een dagruk op de rug trekken we al veel bekijks.

Nadat we de rest op gepikt hebben, fietsen we al snel door de buitenwijken van Mandalay. Bij de rivier, die ontstaat in de himalaya en eindigt in de zee van Andaman. Op de kaart kan ik het niet ontdekken maar we zullen de gids geloven dat het zo is. Ook al is het een overtochtje van een half uurtje, het is heerlijk om zo vroeg op de rivier te zijn. We landen in Mingun paya. Dat is een klein dorpje met vier historische elementen.

De Mingun Paya is een onvoltooide stupa wat ooit de grootste terwereld zou moeten worden. Het bouwwerk is gestart in 1790, maar is gestopt in 1819 na de dood van king bodawpaya. Ze zijn ongeveer tot de begin van de derde laag gekomen, geheel opgetrokken uit metselwerk. In de buurt staan ook twee gigantische half leeuw half draak bakstenen volgens de lonely planet. Wij vonden het meer op twee olifanten lijken.

Ook bezoeken we de Hsinbyume Paya die geboywd is in 1816, ter nagedachtenis aan de koningin die de koning zo miste. Het is een andere pagoda dan we tot nu toe hebben gezien. Het is geheel wit en bijzonder vorm gegeven. En opgebouwd uit zeven terrassen die verwijzen naar de zeven oceanen of naar de zeven bergen rondom Mt Meru. Maar goed.

We bezoeken ook nog een bejaarden te huis. Er indruk wekkend, niet omdat het smerig was of zo, integendeel. Het is dat ze toch gelukkig kunnen zijn met zo weinig middelen. Er is één verpleegster op 60 ouderen. En de dokter (haar zoon bleek later) komt eens per maand langs. Een schat van een vrouw waar je als tourist gelijk week van wordt als je met haar praat. Zoveel liefde, inzet en passie. Maar helaas als we wat zouden sturen dan zou het niet aankomen, wordt allemaal achterovergedrukt. Persoonlijk afgeven is de enige manier.

Daarna lunch tijd om daarna eindelijk wat te gaan fietsen ook al is het dan op het warmste van de dag.

We bezoeken veel kleine fabriekjes, van het maken van prikkeldraad met de hand tot het maken van schoennageltjes. Of tot het maken van houten beelden tot het maken van pot schaal waar de monniken mee lopen. Erg mooi om te zien en soms ook wel triest. Iedereen werkt mee, dus ook de kinderen.

Maar ondanks dat, en dat we ook nu de armere kant hebben gezien, krijgen we elke keer weer de lach en staan ze te zwaaien.

Een bijzonder volk.

Ook op het platteland is het heerlijk om te fietsen tussen de rijstvelden. Alles gebeurt op een ouderwetse manier. Behalve dan het waterpompen om de rijstvelden onder water te zetten.

Mandalay

Mandalay

Mandalay 28 dec.

We zijn wat later weg gegaan uit Pyin U Lwin. We hadden een mooi hotel en er was genoeg te beleven in de stad. Mooie botanische tuin wat weg had van een gedeelte van de keukenhof inclusief chinesen of koreanen. Maar ook schitterende orchideen. Plaatjes.

Met zeven taxi's (zonder gordels haha) op weg in colone naar beneden naar Mandalay.

De start was wat minder. We zitten verdeelt over twee hotels die minimaal vijf kilometer uit elkaar liggen. En het hotel waar ik in zit (verder een heel goed hotel - mandalay swan hotel) beschikt net niet over internet. Dus onderling communiceren en afspreken lukt niet echt. We hadden met een stel afgesproken bij de clock tower. Heel andere kant op voor beide. De overgang van een kleine naar een drukke stad is even slikken. Taxi scoren is lastig. Maar goed. Na een tijd gewacht te hebben zijn we met z'n drieen de avond markt opgelopen, en hebben lekker gegeten aan een markt kraampje. Bier is duurder dan het eten. Helemaal fantastisch hoe dat gaat.

Op de terug weg hebben we na een tijdje twee riskja te pakken gekregen. Redelijk engels pratend de weg terug. Ze wilden ons wel gidsen de volgende dag. Dat aanbod hebben we aangenomen. Niet wetend wat voor heerlijke schitterende dag zou worden. Afijn.

Negen uur vertrek van het hotel en ze waren met ze drieen dus ieder had een eigen riskja. Helemaal top.

Eerst naar de golden leaf. Hier wordt bladgoud gemaakt met de hand. Ja met de hand vanuit een klompje goud. Kan je het je voorstellen. Daar heb je spierballen voor nodig en dat hebben ze wel. Al zijn ze nog zo slank. Het ondergaat een aantal bewerkingen, stappen dat is beter. Alles bij elkaar is het 6 uur hameren om uit eindelijk zodun te worden dat het zweefd door de lucht. De laatste stappen liggen de goud blaadjes in een bamboe velletjes boek van ongeveer vijf centimeter dik. En maar hameren er op. Daarna wordt er door dames de velletjes omgeplakt op een vierkantje van ongeveer 2,5 cm. Die vierkantjes wordt weer door mensen gekocht om boedha mee te bekleden.

Daarna door naar de jade shops. Prachtig spullen wat ze ervan kunnen maken.

En dan op weg naar de eerste tempel van velen vandaag. De shwe in bin kyaung tempel gemaakt van teak hout in 1895. Gewoon weg schitterend en een serene rust wat het uitstraalde. Je werd er stil van. Mooie gedetailleerd en niet toeristisch. Een pracht.

Schoenen weer aan en weer door op naar de volgende wijk waar de Mahamuni tempel staat met een vier meter hoge boedha en één van Myanmars beroemste tempel. Aan de andere kant van de tempel zitten de steenhouwers die alles kunnen maken vanuit wit marmer. Dat is ook te zien. Zelf de straat en de bomen zijn wit. Ze werken vooral op bestelling voor Singapoor. Ook hier zie je al veel chinese genoemde shops net zoals het bij het jade. Maar daar een andere keer meer over.

Dan opweg naar een ander juweeltje. Een hout shop. Nou heb ik er menig gezien in de landen die ik reeds eerder bezocht heb. Maar deze sloeg alles. Stel je een oud antieke boedha voor bijvoorbeeld, zij maken dat uit nieuw. Zo echt dat het niet te onderscheiden is. Zelfs onze drivers zeiden, als we wat kopen vraag om een bon want die heb je echt nodig bij de douane. Maar ook schitterende poppen en wandkleden. Maar goed dat er een bagage limiet is in het vliegtuig en dat ik stom toevallig mijn grote geld had achtergelaten in het hotel anders was ik zeker voor de bijl gegaan. Buiten stond er een groot hout snijwerk beeld van 1,5 mtr hoog bij 2,5 mtr gemaakt voor iemand uit singapore. Zo detaillistisch mooie grote vissen, herten, slangen enz enz. Hier hadden zes man vier maanden aan gewerkt.

Lunch was in echte lokale restaurant. En voor het eerst geen engelse kaart. Spot goedkoop en lekker.

In de middag hebben we een aantal pagodas en tempels bezocht tussen het paleis en Mandalay hill. Een stuk toeristischer meteen. Zeker op Mandalay hill waar boven op ook nog een schitterende pagoda staat. De sunset is erg mooi daar. Die je samen bekijkt met busladingen andere toeristen. Beste is gewoon per trap te gaan en de meer dan 1100 treden weg te stappen. Onderweg zijn er ook mooie uitzichtpunten en tempels in overvloed.

Morgen moeten we weer zelf aan de bak en gaan we fietsen over en door het platteland.